Het stimuleren van bewegen kent vele invalshoeken. Afgelopen jaar is in september daarover door het Mulier Instituut het brancherapport Sport en bewegen in de openbare ruimte, de beweegvriendelijke omgeving in gebruik en beleid uitgebracht.
In dit rapport worden drie dimensies genoemd waar naar moet worden gekeken: de orgware, hardware en software. Dit moet in samenhang worden gekeken. Dat klinkt logisch, maar het vergt samenwerking afstemming en ook begrip. Het gaat dan immers niet om de sport zelf, maar om de ruimtelijke ordening, het groenbeleid, de plannen rond parken en speeltuinen, verkeer- en vervoersbeleid en uiteindelijk ook het sportbeleid.
Iedereen die beweegt of sport zal daarvoor immers de mogelijkheid moeten hebben in de omgeving. Die omgeving moet daarvoor uitnodigen. Eenvoudig gesteld moet de omgeving van een woning al geschikt zijn om veilig buiten te lopen/ bewegen.
Een sportvereniging zal ook goede faciliteiten weten hebben. Dat is immers een van de redenen om er naar toe te gaan. aar daar gaat dit rapport nu juist niet over.
Uit het brancherapport blijkt echter dat dit nog niet altijd als samenhangend geheel wordt bekeken. De auteurs nodigen de verschillende beleidsmakers daarom ook uit om verder te kijken. Verder te kijken naar het functioneren van de sportverenigingen of de kwaliteit van de trapveldjes in de wijk. Ook hier geldt locatie, locatie en locatie als een van de prioriteiten. Het zorgen voor veilig goed ingerichte openbare ruimte, over wegen die op zichzelf ook veilig moeten zijn spreekt daarin voor zich.
Die wegen vormen de weg naar allerlei publieke voorzieningen, maar zijn in feite zelf ook de voorziening. Een uitdaging voor veel gemeenten en sportverenigingen. Vaak is sportbeleid veelal nog sportverenigingenbeleid of sportlocatiebeleid. De auteurs van dit rapport vestigen hierin de aandacht op het beeld dat bewegen ook armoedegerelateerd is. De drempel om georganiseerd te bewegen is voor velen te hoog.
Het beweegvriendelijk inrichten van de openbare ruimte (dichtbij) is daarom een opstap naar sportdeelname al dan niet georganiseerd. Dit wordt in dit rapport heel genuanceerd beschreven. Een aanrader.